Panna cotta van geitenyoghurt met rabarbercompote
Klassieker met een nieuwe toets.
![Panna Cotta Met Rabarbercompote](https://www.biomijnnatuur.be/assets/files/recipes_and_ingredients/_590xAUTO_crop_top-center/panna-cotta-met-rabarbercompote.png)
Foto: Frank Croes; Receptuur & styling: Hilde Oeyen
![Schermafbeelding 2016 04 08 Om 09 57 26](https://www.biomijnnatuur.be/assets/files/recipes_and_ingredients/_220xAUTO_crop_top-center/Schermafbeelding-2016-04-08-om-09.57.26.png)
Yoghurt
Yoghurt is melk die dankzij de toevoeging van bepaalde bacteriën verzuurt tot een dikke, romige lekkernij. Biologische yoghurt bewaart zoveel mogelijk het natuurlijke karakter van dit product.
4 pers.
Ingrediënten
- 250 ml geitenyoghurt
- 150 ml room
- 2 zakjes agar-agar ( 2 g/zakje)
- 75 g oersuiker
- 2 stengels rabarber
- 1 el water
- 2 el honing
- eventueel en beetje arrowroot om te binden
Bereiding
- Breng 50 ml room met suiker aan de kook. Roer tot de suiker is opgelost. Neem van het vuur en klop de agaragar eronder. Laat nog 2 minuten zachtjes doorkoken en daarna een beetje afkoelen.
- Klop de rest van de room stijf en schep dit onder de geitenyoghurt en het agar-agarmengsel.
- Vet 4 potjes lichtjes in met een beetje olie en vul ze met de geitenyoghurtmengsel. Laar minstens 2 uur opstijven in de koelkast.
- Schil rabarber en snij hem in stukken. Stoof de rabarber gaar in 1 el water en breng op smaak met honing.
- Laat inkoken tot de gewenste dikte en bind eventueel met een beetje arrowroot. Laat afkoelen.
- Keer de potjes om en schud de panna cotta op een bordje. Indien nodig kan je de panna cotta met een scherp mesje lossnijden.
- Serveer met rabarbercompote.
Dit recept is van 'Bio Mijn Natuur - Recept: Hilde Oeyen, fotografie: Frank Croes'
![Bmn Grijskader 250Px](https://www.biomijnnatuur.be/assets/files/author/_159xAUTO_crop_top-center/BMN_grijskader_250px.png)
Bio Mijn Natuur voorziet jou graag van handige recepten met bio. Koop je biologische ingrediënten en geniet van de geuren, smaken en kleuren op je bord!
Recept & styling: Hilde Oeyen, fotografie: Frank Croes